De lobby die de Provincie Limburg en de Gemeente Weert inzetten om de KMS te behouden lijkt na de brief van Minister Hillen aan de Tweede Kamer goed op gang te komen. Opvallend is daarbij dat vooral de economische onderbouwing van die lobby erg zwak is. De brief die het Weerter college van B&W aan de minister stuurde, stelt vast dat er op de KMS 130 burgers en 267 militairen werken, en concludeert vervolgens dat als de KMS sluit “zeker anderhalf keer het aantal mensen op de KMS geen boterham meer zal verdienen aan het leveren van goederen en diensten aan de kazerne.” Waarop deze schatting gebaseerd is onduidelijk. Maar zelfs als het getal zou kloppen betekent dat nog niet dat de sluiting van de KMS rampzalig is voor de Weerter economie.

Een woordvoerder van de KMS wees in de Volkskrant op de banen die gemoeid zouden zijn met de toeleveranties van het lokale bedrijfsleven aan de kazerne, en gaaf daarbij de indruk dat vooral de beroemde Weerter vlaai aantrekkingskracht heeft op de militairen. Maar over de werkgelegenheidseffecten van de toeleveranties aan de Weerter kazerne is weinig specifieks bekend. Het belangrijkste resultaat van economisch onderzoek naar de algemene werking van dit effect is dat de indirecte werkgelegenheid per euro die wordt uitgegeven door militaire instellingen niet verschilt van de effecten die gemoeid zijn met de uitgaven van willekeurige andere economische sectoren. Met andere woorden: als de KMS een euro in de regio uitgeeft levert dat geen extra versterking van de economische structuur op. Als U en ik op zaterdag in de binnenstad een euro uitgeven, of als de lokale voetbalclub voor euro kunstmest koopt, is het effect op de werkgelegenheid vergelijkbaar. Of je als lokale bestuurder voor zo’n gemiddeld effect de lobbymachine volop moet laten draaien is op zijn minst twijfelachtig.

Van een lobbywaardige economische factor zou je immers een éxtra impuls voor de lokale werkgelegenheid mogen verwachten. Voorbeelden van dergelijke regionale economische effecten zijn er in de omgeving van Weert genoeg te vinden. De Technische Universiteit Eindhoven bijvoorbeeld is niet alleen goed voor de regio omdat ze bij de lokale middenstand gebak afneemt, maar vooral omdat ze hoogwaardige kennis produceert die door lokale bedrijven gebruikt wordt om hun concurrentiekracht te versterken. De Designer Outlet in Roermond haalt kooptoeristen naar de regio die Roermond anders niet zouden bezoeken, en houdt de middenstand in de binnenstad scherp. De Weerter buren Roermond en Eindhoven varen wel bij de aanwezigheid van deze instellingen in hun gemeente, maar de betekenis van de KMS voor Weert is hiermee niet vergelijkbaar.

Door het militaire karakter van de KMS, is zij vooral gericht op andere defensie onderdelen (die allemaal ver weg van Weert gelokaliseerd zijn), en, behoudens de aankoop van vlaai en een pilsje op de Oelemarkt, niet op het Weerter bedrijfsleven. De vakkennis van de rekruten die in Weert opgeleid worden waaiert uit over de krijgsmacht, en niet over de Weerter economie. Kortom, hoewel de KMS zorgt voor werkgelegenheid in Weert, maakt ze de regio niet economisch sterker, omdat ze buiten de genoemde toeleveranties weinig aan de economische structuur toevoegt. Het in een mooie en welgestelde buurt aan de rand van de stad gelegen KMS terrein zou met het juiste initiatief van ondernemers en bestuurders een veel groter en belangrijker uitstralingseffect op de lokale economie kunnen hebben.

Het bakken, verkopen en consumeren van vlaaien is belangrijk voor de stad Weert, maar in plaats van op zoek te gaan naar klanten voor de vlaaienbakkers, zou het college van Weert zich beter inzetten om de bakkers naar een hoger niveau te tillen door ze de kans te bieden om te innoveren. Weert ligt geografisch in het hart van de “Brainport” regio, waarvoor onlangs verregaande beleidsplannen gepresenteerd werden. Brainport moet een technologische topregio worden. Maar in het Brainport plaatje valt Weert vooral op als de kloof tussen Zuid-Limburg en Eindhoven. Ondanks initiatieven als de Hoge Dunk en de regiovisie van Riek Bakker, heb ik de Weerter bestuurders nog niet kunnen betrappen op een visie over hoe die kloof gedicht kan worden. En ik ben bang dat het lobbywerk voor de KMS onze bestuurders ook nu weer van dit belangrijke werk zal houden.